‘Ik ben in Nederland geboren en getogen uit ouders van Surinaams-Hindoestaanse afkomst, een gezin waar huiselijk geweld en kindermishandeling speelde. Dat gebeurde binnenshuis, onzichtbaar voor de buitenwereld. Toen ik op mijn negentiende uit huis ging om daaraan te ontsnappen, werd ik uitgestoten door een deel van mijn familie en de gemeenschap waar we toe behoorden. Ik was dus al vroeg bekend met in- en uitsluiting. Al vanaf mijn zestiende was ik iedereen aan het helpen en redden, behalve mezelf. Onbewust heeft dit meegespeeld bij mijn keuze voor de studie andragogie. Ik had leuke banen, mijn verleden kwam niet ter sprake. Dat ging goed totdat ik in een organisatie terecht kwam waar angst- en machtcultuur heerste. Ik kon daar niet mee omgaan en liep vast. Ik kon er niet meer omheen: voor mijn eigen verwerkingsproces en transformatie moest ik mijn belemmeringen onder ogen zien. Daarna zag ik bij mijn medewerkers dezelfde onmacht.
Oorspronkelijk gepubliceerd op School voor coaching website, lees het volledige artikel hier.